We zitten weer op zee, onderweg naar de Canarische Eilanden. Vertrokken met de belofte dat we onderweg genoeg wind zullen krijgen. De eerste dag verloopt rustig met weinig wind en we genieten van het zonnetje, het samenzijn en de vrijheid van de Oceaan. In de verte zien we een kleine vissersboot, opletten dus! We detecteren vlaggen en de daarbij behorende zwaardvislijnen. Hier moet je dus niet overheen, best kans dat zo’n lijn aan je skeg blijft hangen, en dat wil je niet! (de skeg is een vast gedeelte onder de romp, achter de kiel waaraan het roer bevestigd is). We volgen de lijn naar bakboord om deze zodoende te ontwijken en komen steeds dichter bij de vissersboot. Eenmaal daar aangekomen hield de lijn op, de vissers waren hem aan het binnenhalen. Er werd een zwaardvis omhooggehouden en druk gebaard dat we deze wel konden kopen van ze. We zwaaiden terug, bedankten voor de aanbieding en vervolgden onze koers.
Het werd avond, schemer en donker. Marieke deed de eerste wacht terwijl ik probeerde te slapen. Dat slapen ging op dat moment nog redelijk goed. Opeens werd ik geroepen, Marieke was behoorlijk ongerust geworden. Ze had in de pilot nét een stuk gelezen over piraterij in de omgeving van Marokko toen ze in de verte met grote snelheid een schip onze richting op zag komen. Dit schip had geen AIS en het was dus niet te zien wie of wat het was. Voordat ik goed en wel aangekleed en buiten was, was het schip al genaderd op ca 100 meter afstand. Er werd een schijnwerper op ons gericht en ze kwamen langzaamaan steeds dichterbij. Via de marifoon werd ook geen contact gezocht dus ook ik begon wat ongerust te worden. Maar voordat we ons laten enteren wilde ik toch eerst wel eens zien wat voor een schip het was, dus toch maar de schijnwerper uit de mottenballen gehaald. De schijnwerper geeft een gigantische lichtbundel en kan de persoon die er tegen in kijkt behoorlijk verblinden. Ons eerste wapen! Toen de lichtbundel eenmaal gericht was bleek dat het een schip van de Marokkaanse Marine of de kustwacht was. Ik heb ze in hun cockpit terug geschenen om ze te laten zien dat het niet heel erg prettig is om tegen zo’n bak licht in te kijken en daarna de lamp op mijzelf gericht en gezwaaid. Dit was voor hen het sein dat alles goed was blijkbaar. Ze taaiden direct af. We hebben ze sindsdien niet meer gezien. Maar wij hadden de schrik behoorlijk te pakken.
Blijft natuurlijk heel raar dat zij zich niet identificeerden terwijl onze AIS en marifoon aanstond.Al met al best wel een nare ervaring.
Marieke zag de volgende dag weer dolfijnen toen ik een tukkie deed. We hebben er nu zoveel gezien dat ik alleen nog wakker gemaakt wil worden voor haaien en walvissen. 🙂 deze gingen dus aan mij voorbij.
Behalve de dolfijnen kregen we ook nog wat vogelbezoek, 1 soort die ik niet herkende.
De 2e was een mooi puttertje. Deze vloog aan boord op de 2e dag op zee, hij was wel wat uitgeput.
Hij werd echter steeds brutaler en brutaler, uiteindelijk vloog onze gevleugelde vriend de salon binnen. Daar vloog hij lustig in het rond en liet zelfs nog een kleine flats vallen op ons schakelpaneel.
We hebben geprobeerd wat eten en drinken te voeren , maar zo mak was hij nou ook weer niet. We lieten hem verder met rust en op een bepaald moment was hij verdwenen. We hebben hem niet zien verdwijnen maar we namen aan dat hij weer naar buiten was gegaan, met een overlevingskans van onder de 1%. We voeren nl. zo’n 150 mijl uit de kust. Verder geen acht meer op geslagen en lekker door gezeild, de wind was inmiddels al lekker aan het aantrekken en omdat we richting het zuidwesten gingen kregen we uiteindelijk de wind van achter. We besloten alleen op het grootzeil verder te gaan, de bulletalies waren van tevoren al klaargelegd zodat we geen klapgijpen zouden kunnen krijgen. ( Met bulletalies zet je de giek vast zodat deze bij wind vanaf de verkeerde kant niet terug en om kan klappen) We hadden de bulletalies nog niet eerder echt nodig gehad dus dit was de vuurdoop. De laatste nacht voordat we bij de Canaries aan zouden komen nam de wind flink toe, we hadden af en toe over de 40 knopen wind over het dek, dat betekent dus dat we stormachtige wind tot storm voor onze kiezen kregen, windkracht 8. Op dit soort momenten moet je de windvaan zeer goed in de gaten houden. Want de golven nemen toe en soms wordt Argo’s kont opzij gezet. Ook moet je soms het stuur van de windvaan overnemen en met de hand corrigeren. Op een bepaald moment waren we net te laat om te corrigeren en kwam de wind aan de verkeerde kant van het zeil terecht. Tijdens het corrigeren kregen we de gevreesde klapgijp. Met een donderende klap kwam de giek aan stuurboord tot stilstand. Snel de motor aangezet en tegen de wind in het grootzeil ingerold om te kijken wat er precies gebeurd was. Het bleek dat de as van een snap-lock van de bulletalie finaal doormidden was gebroken. Nadat dit weer gefixt was gingen we verder. De gang zat er overigens wél lekker in. Een paar uur later, weer een knal en weer een klapgijp. Ditmaal was er een bevestigingslijn doormidden gegaan. Zelfde procedure, tegen de wind in en probleem fixen. Nadat ook dit probleem verholpen was gingen we vol goede moed weer verder. We blijven zeilen, want dat kan gewoon met deze wind. Argo is in deze nacht een zeer stabiel en zeewaardig schip gebleken dat goed tegen een stootje kan. Na een halfuurtje , of de duvel er mee speelt, de genadeklap. Wéér een klapgijp!, deze vernielde een blok van de overlooptravellers en brak een RVS – M10 bout af van de stopper. Oorzaak, een pennetje op een keerblok waar het borgringetje van verdwenen was. Toen was de maat vol. We konden het op dat moment ook niet meer even snel repareren, dus de keuze was, op de genua verder of de laatste halve dag op de motor verder. We waren het zó zat, dus de motor ging aan. Stuurautomaat erbij en hop, op naar La Graciosa.
De volgende dag, 2 november liepen we , met de high aspect tussen de eilanden La Graciosa en Lanzarote onze ankerbaai aan de Zuidwestkant van het eiland binnen.
La Graciosa is net als de overige Canarische eilanden vulkanisch. De baai waar we lagen was heel helder en relatief rustig water. Met Argootje zijn we de dag erop naar het enige dorpje op het eiland geweest. In het dorp zijn nagenoeg geen bestraatte of geasfalteerde wegen. De voornaamste bron van inkomsten is het toerisme. Er rijden hoofdzakelijk 4-wheel drives, en er is weinig te koop aan verse groenten, vers fruit en vlees. Je kunt hier merken dat ook de watertemperatuur weer wat omhoog is gegaan, het zwemmen in de zee wordt steeds aangenamer.
De dag erop hebben we de wandelschoenen aangetrokken en de heuvel, waar we in de luwte van lagen, beklommen en daarna over een groot stuk van het eiland gewandeld.
Toen we terugkwamen zagen we de “Salty” liggen. Op deze boot bevonden zich andere helpers van Uli en Christoph van de Maha Nanda. Uli had ons vertel dat de Salty onze kant uit kwam. De bemanning van de Salty was een Noors stel, (ook een) Marieke en Björn. Dus ik ging er even naartoe om ze uit te nodigen voor de koffie en een drankje ’s avonds. Ik vertelde Björn dat hij Björn was en dat daarbinnen een Marieke zat. Je kunt je voorstellen hoe vreemd hij keek toen een voor hem volslagen onbekende dit allemaal wist. ?. Het bleek inderdaad een heel leuk stel te zijn en we hadden een gezellige avond.
De dag daarna werd de windverwachting dusdanig hard dat we besloten naar Arrecife te zeilen om daar A: beschut te liggen, en B: onderdelen te halen voor Argo. Met name de onderdelen voor de grootschoottraveller én het systeem van de bulletalies. In Arrecife zitten de meeste winkels waar je dit kunt kopen. Op 5 november kwamen we na een heerlijke zeiltocht aan het eind van de dag weer met behoorlijke wind aan in Arrecife. De vis die binnengehaald was bleek een zgn. Blue Striped Lizzard Fish te zijn, het visje dat normaalgesproken over de bodem struint en niet hoger komt dan ca. 20 mtr onder het wateroppervlak had deze keer de moeite genomen om onze haak met een bezoek te vereren.
Hij bleek ook eetbaar te zijn en zodoende verdween hij uiteindelijk in de pan. Ondanks de zorgvuldige bereiding met de nodige kruiderij erbij, viel de smaak een beetje tegen. We besloten om nooit meer een Blue, Purple, Yellow, Black of welke kleur dan ook Striped Lizzard Fish meer te eten!
Toen we de dag erna gingen inventariseren wat er zoal vervangen en gebeuren moest bleek ook dat de “kar”welke het grootzeil uit de mast trekt 1 van de vier wieltjes mistte en 1 was bijna voor de helft gebroken. Deze zijn blijkbaar ook met 1 van de klapgijpen kapotgegaan en de stukken waren verdwenen. In de winkels bleek al gauw dat het kansloos was om deze vervangen door nieuwe, dus de hulp van vriend Rob weer ingeroepen. Hij had wel wat mooi materiaal waar ze kunststof glijlagers van maakten. Precies wat we nodig hadden! Tekening gemaakt en met een paar dagen had hij ze gemaakt en aan Yvonne afgegeven die speciaal daarvoor een tussenstop maakte bij het treinstation in Amersfoort. Rob en Yvonne, jullie zijn TOP!!
Toen wij een paar dagen ervoor het anker dropten kwam Argo met een behoorlijke klap tot stilstand. Ik vermoedde dat ons anker zich achter een rots had vastgezet. Onze vriendelijke Franse buurman ging een paar dagen later, al snorkelend zijn anker controleren en bood aan om ook ons anker te bekijken. Het bleek inderdaad zo te zijn. Ons anker lag gehaakt achter het enige rotspuntje dat deze havenkom rijk was.
Hopen maar dat ie blijft hangen. De wind nam die hele week nog verder toe en we hadden dagelijks meer dan 30 knopen wind over het dek. We besloten om niet meer samen de kant op te gaan. We gingen om en om de kant op voor boodschappen en onderdelenjacht. Pas op 14 november was de wind wat geluwd en konden we weer verder. We hadden een tactiek bedacht om het anker los te varen achter de rotspunt, de truc werkte in 1 keer dus we hadden de extra ingecalculeerde “blessuretijd” gelukkig niet nodig. In Playa Blanca hadden we een afspraak gemaakt om Argo te laten liften zodat we groot onderhoud konden doen aan de romp. Nieuwe anti-fouling, zink-anodes en wat er eventueel nog meer op ons pad komt.
De rit naar Playa Blanca verliep vlekkeloos, bijna voor de wind en lekker de gang erin. We waren al vroeg in de middag op anker vlak voor de haveningang. Daar werden we tegemoet gevaren door Walter en Esther die wij op de vertrekkersdag in 2018 in Eemnes ontmoet hadden. Zij hebben hun boot gekocht op Lanzarote en waren daar net een maandje geleden naartoe verhuisd. Na een warm welkom en weerzien zijn we ’s avonds met z’n vieren een hapje gaan eten in 1 van de gezellige restaurants van het havengebied en hebben we het afgelopen jaar zo’n beetje bijgepraat. Het liften van Argo gebeurde de volgende morgen en toen ze op de kant stond zijn we direct begonnen.
Het was vrijdag dus we hadden 2 dagen de tijd om de juiste anodes te scoren. Helaas moesten we voor 1 specifieke anode terug naar Arrecife waar we nou nét vandaan gekomen waren. Gelukkig hadden ze het op voorraad en we konden we aan de slag. Alles bij elkaar duurde het 3 dagen en zodoende konden we maandag de 18e weer het water in, waarna we direct weer naar buiten gingen op het anker.
Speciale dank gaat uit naar Walter die ons super geholpen heeft met het aanbrengen van de antifouling.
De laatste dag op de wal werd ook de schroef nog even opgepoetst door Marieke, deze gaat weer soepel door het water.
Op 19 november zou Yvonne komen en met de auto, die we samen met Walter en Esther voor een paar dagen gehuurd hadden, halen we Yvonne op van het vliegveld van Arrecife. We hadden elkaar ruim een halfjaar niet gezien dus we waren allebei heel blij om elkaar weer te kunnen omhelzen.
Na het weerzien even een bakje koffie gedronken op de luchthaven met Walter en Esther erbij (zij huurden daar een andere auto voor een wat langere tijd en gingen samen verder) en daarna gelijk onze eerste uitstapje gedaan. We zijn naar de Noordpunt van het Eiland gegaan alwaar we uitzicht hadden op onze eerste ankerplaats. Er was een fantastisch uitzichtpunt gecreëerd met een ruimte in de rotsen en een reuze grote raampartij. Behoorlijk imposant om te zien.
Daarna naar Argo waar Yvonne zich kon installeren in de voorpunt, dat zou haar onderkomen worden voor de komende weken.
De volgende dag gingen we naar Nationaal Park De Timanfaya, daar aangekomen viel het een beetje tegen, we moesten betalen om een kleine wandeling te maken naar iets wat we overal wel konden zien (vooral veel lavasteenbrokken). Dus verder gegaan en de rand van het park opgezocht waar je gewoon vrij mocht wandelen en ook nog eens kon genieten van de kracht van het water dat daar op de rotskusten neerslaat. De 21e zijn we weer verder gaan varen, een klein stukje dit keer, aan de overkant van Lanzarote ligt vóór het eiland Fuerteventura een klein eilandje genaamd Isla de Lobos. Daar gaan we samen met de Sweet Harmony van Walter en Esther naartoe om de dag erop Marieke’s verjaardag te vieren.
Het is voor hen de allereerst keer dat ze op anker gaan en dat is dan toch best wel een beetje spannend. Ze brengen het er prima vanaf en hun boot ligt zo vast als een huis. Er is wel wat swell, maarja, we zijn inmiddels wel wat gewend. Helaas had Esther wel wat last van zeeziekte, dus de volgende morgen snel de kant op gegaan. Daar kwam ze weer helemaal bij.
Het eiland heeft aan de Zuid-West kant een soort kleine hippie-achtige community waar we even doorheen wandelden. Vlakbij was ook een soort ondiepe lagune. Het water was er kraakhelder en lekker warm. Af en toe zwom er iemand en kwam er zo nu en dan een bootje binnen. Dat was trouwens nog een behoorlijk lastig klusje, het was er ondiep en je moest tussen boven het water uitstekende rotspunten door laveren om er te komen. We hebben er heerlijk gechilled en gingen voor het donker weer terug naar Argo alwaar Marieke’s verjaardag verder gevierd.
De nacht was wel weer wat wiebelig maar het was te doen. Esther had helaas een wat minder nachtje gehad. Na het ontbijt namen we afscheid van Walter en Esther en gingen wij weer verder, op weg naar een nieuw ankerplekje. Het werd dit keer een plaatsje genaamd Las Playitas op Fuerteventura. Een plekje waar geen enkele boot lag, dus . . . . gaan wij er liggen.
Omdat het erg lastig was om Argootje te meren aan de stenen kade heb ik de volgende dag Marieke en Yvonne aan de kant afgezet en ben maar eens wat nuttigs gaan doen, de nieuwe A.I.S. die Edith in augustus al voor ons had meegenomen moest nog steeds geïnstalleerd worden. Omdat de oude het na de kuren van de Golf van Biskaje al die tijd nog redelijk gedaan heeft had ik er geen haast mee, en het was ook een klusje waar ik een beetje tegenop zag. Maar na me goed ingelezen te hebben is die dag de nieuwe A.I.S. zonder problemen geïnstalleerd en succesvol opgestart en geprogrammeerd. Het ontvangstbereik van het nieuwe apparaat is stukken beter dan de oude. Hier kunnen we verder mee. Toen de dames weer opgehaald konden worden troffen we onze nieuwe buren aan. Het waren Julian en Debra van catamaran “Quokka2”een markant stel, zij een zeer intelligente vrouw en hij een op en top zakenman in de kunstmesthandel in Australië. Zij nodigden ons spontaan uit op hun (bijna nieuwe Lagoon) catamaran. Omdat we altijd al eens zo’n ding van binnen wilden zien gingen we natuurlijk gretig op deze uitnodiging in. We hebben er echt een wereld-avond gehad, veel gelachen en heerlijk gegeten. Julian is de kok én de entertainer aan boord, houdt van z’n BBQ en zijn keuken. De inrichting van de “Cat”was werkelijk boven verwachting. In 1 van de “bananen”sliepen zij in een riante kamer en dito bed, maar in de gang ervoor stond ook nog eens de wasmachine en de droger. Rond de 2000 wattpiek aan zonnepanelen, Lithium-ion batterijen en een hele dikke omvormer zorgen voor de benodigde power. In de andere banaan hadden ze de dieseltanks en een paar honderd flessen wijn voor de broodnodige ‘Balans”? en een gastenkamer. Tussen de bananen zit de salon met open keuken. Buiten was een cockpit met een hypermodern touch screen waar de computer(s) aan gekoppeld waren, inclusief de navigatie-apparatuur.
‘s Morgens gingen we beiden weer verder. Zij naar het meest zuidelijke puntje van Fuerteventura, wij iets ervóór. We hebben daar enkel het anker gedropt en zijn niet van boord gegaan. De dag erop koersten we naar Las Palmas – Gran Canaria. Aldaar zijn we weer eens een jachthaven ingegaan. 3 dagen hebben we er gelegen. Hier vonden de voorbereidingen plaats voor 2 grote oversteken. De eerste van Gran Canaria naar Sal (Kaapverdië) en de tweede vanaf Kaapverdië, de Atlantische oversteek, naar Frans Guyana. Dit vereist dus een goede planning voor wat betreft het eten en drinken aan boord, Marieke heeft zich , samen met Yvonne, over dit project ontfermt. Het is een behoorlijke puzzel geweest, maar het resultaat mocht er wezen. Toen de mannen van de supermarkt de spullen kwamen brengen met 3 man sterk zag ik dat er geen halve maatregelen genomen waren. De mensen die mij een beetje kennen, weten dat ik bovengemiddeld eet. (understatement ?) Vol vertrouwen konden wij het ruime sop kiezen. Ikzelf was intussen bezig met het vergaren van technische troep. Met name onderhoudsproducten voor de motoren zoals filters, oliën visgerei etc etc etc.
Tussendoor hebben we gelukkig ook nog kunnen genieten van Las Palmas. Het is echt wel een behoorlijke en bruisende stad, en het was heel leuk om er doorheen te fietsen en te wandelen.
Yvonne heeft via internet ook nog een heel leuk restaurant gevonden met goede recensies en trakteerde ons op een heerlijk diner met bijpassende wijnen.
We hadden al een redelijke tijd het weer gevolgd op zee en we trokken de conclusie dat we eigenlijk het beste zo snel als mogelijk verder konden gaan. De water en dieseltanks werden afgevuld en we begonnen op een zonnige 29 november met rustige wind aan onze dikke 800 mijl lange oversteek naar Sal – Kaapverdië.
Hoe deze verder verliep lezen jullie in ons volgende bericht…
Ronald
Ans v Doorn 17 februari 2020
Met plezier en verbazing heb ik weer zitten lezen , wat een belevenissen , maar toen Marieke had gelezen over zeepiraten schrok ik wel en begon steeds sneller te lezen in de hoop op een goed einde ., pffffff maar gelukkig goed volk hahaha. En geweldig dat Yvonne jullie kwam opzoeken zo fijn om elkaar weer te zien. Ik kijk uit naar de volgende belevenissen van jullie reis . Groetjes en veilige reis