Na een voorspoedige tocht vanuit Grenada (We hebben wel een tijd de motor erbij gehad omdat de wind nét niet de goede hoek had) kwamen we in het begin van de middag aan op Carriacou, in Tyrrel Bay. Tyrrel bay is een grote baai aan de Zuid-Westkant van Carriacou. In deze baai liggen veruit de meeste zeilboten. Een overgroot deel daarvan blijft er voor lange tijd, zoniet voor jaren. Dat zijn wij natuurlijk niet van plan, wij zijn er om dingen te zien en te beleven. Dat we hier, voor ons doen, vrij lang zijn gebleven komt omdat dit eiland ons hart gestolen heeft. Na het lezen van deze blog en het zien van de foto’s die erbij horen zal duidelijk worden waarom dat zo is.
Maar goed, eerst maar eens de omgeving verkennen en kijken waar we Argootje kunnen parkeren als we de vaste wal op willen. Dat was niet zo heel moeilijk te vinden, sterker nog, er zijn meerdere plekken waar je zonder enig probleem gratis en voor niets je Dinghy kwijt kunt.
De dag dat wij van St George’s naar Carriacou vertrokken gingen ook Tommy en Helene daarheen.
Deze mensen hadden we tot Grenada nooit eerder écht ontmoet. Nooit écht hoor ik je denken…. ?
Dat klopt, zij zijn namelijk met hun boot “Bonnie” over the Ocean gevaren . . . . . naar Suriname en hebben haar daar naast Argo geparkeerd toen wij in Nederland waren. Kort nadat wij met de Argo voor anker gingen bij Domburg zijn zij uit Zweden teruggekomen en gingen toen vrijwel direct vanaf Marina Waterland hup de oceaan weer op en door naar Grenada. Toen wij daar in december 2020 aankwamen lagen zij een baaitje verder dan wij. Echter zij hebben Bonnie voor onderhoud op de kant gezet bij de marina in de baai waar wij lagen, en daar ontmoetten wij hen voor het eerst, maar zeker niet voor het laatst.
Tommie en Helene zijn behalve dat zij heel goede en ervaren zeezeilers zijn (ze hebben nl. de aardbol al helemaal rondgezeild) ook echte levensgenieters. Ze houden van een feestje en lekker eten en drinken hoort daar uiteraard ook bij. Met hen hebben we de meeste tentjes op Carriacou wel bezocht.
Maar eerst even het eiland een beetje verkennen. Het eiland is niet zo heel groot maar groot genoeg om niet alles te kunnen lopen. Evengoed zie je lopend natuurlijk veel meer dan vanuit zo’n bussie, dus één van de eerste dagen vol goede moed op pad. We liepen vanaf Tyrrel marina de weg op richting Paradise Beach. De naam was veelbelovend, dus dat wilden we graag met eigen ogen aanschouwen.
Zodra we de gelegenheid hadden zijn we via een smal paadje het strand op gelopen en daar zagen we het eerste moois al.
Een klein stukje verderop zagen we Sandy-Island, dit is een heel klein onbewoond pareltje met mooi wit zand, palmbomen en omgeven door koraal. Hier gaan we zéker nog met Argo naartoe.
Daar zagen we ook een werkloze schommel, we konden het uiteraard niet laten om deze even uit te proberen.
Weer een stukje verderop bevindt zich de “Paradise Beach Club”. Met een fantastisch strand ervoor en het uitzicht op Sandy-Island is dit één van de meest idyllische plekjes van Carriacou.
Op dit moment was het gesloten, maar ook hier zullen we nog wel een paar keer terugkomen.
Omdat we nog (lang) niet moe waren zijn we , in plaats van terug, toch maar verder gelopen.
In de verte zagen we de mangrovebomen al en dat zag er weer oogverblindend uit.
Er liep een voetpad dwars door de mangroves en dat leidde uiteindelijk richting de grootste plaats van Carriacou “Hillsborough” Helaas wordt ook hier de natuur weer geweld aangedaan. Het is een triest contrast met de alom aanwezige schoonheid.
Na de mangroves kwamen we een paar door mensen gemaakte golfbrekers tegen. Hier werd door pelikanen dankbaar gebruikt van gemaakt om hun kostje bij elkaar te vissen. Achter de brekers is het water rustig, en zodoende een geliefde plaats voor de wat kleinere vis om zich schuil te houden voor de grotere roofvissen.
Heel af en toe komt er ook een rare vogel langs…
Goed….we moesten maar weer s weer verder gaan 😊 . . .
We zagen in de verte Hillsborough al liggen, maar voordat we daar aankwamen moesten we nog wel een aardig stukje over het mooie strand struinen. Eenmaal aangekomen werden we verwelkomd door een prachtig kerkje.
Zo vervallen en verwaarloosd de huizen er soms uitzien, zo netjes en keurig worden de kerken hier bijgehouden. Alles om je van een mooi plekje in het hiernamaals te verzekeren.
Een stukje verderop weer een mooi pandje. Ditmaal van de Missionarissen. Niet zo mooi als de kerk, maar wel prima onderhouden.
Nadat we het stadje een beetje verkend hadden vonden we dat we wel een biertje verdiend hadden. Dus op zoek naar een leuk plekje waar we er eentje konden drinken. Dat was snel gevonden. Met uitzicht op de zee genoten we daar van een hapje en een drankje.
Omdat we er niet zoveel trek meer in hadden om het hele stuk terug te lopen hebben we weer een local busje genomen dat ons keurig terugbracht naar waar we vandaan kwamen. Er werd weer lekkere reggae muziek gedraaid. Zo duurt de rit niet zo lang en voor we het wisten zagen we in de verte de masten van de vele zeilboten in Tyrrel bay alweer opdoemen.
Dit was één van de eerste dagen op Carriacou en we vonden het nu al een heel leuk en mooi eiland. De sfeer is goed en vooral heel relaxed, de mensen zijn vriendelijk. Én er heerst een heel ontspannen vibe tussen locals en niet-locals. Dit is vooral te merken in het dorpje bij Tyrrel bay. De vele restaurantjes en drinktentjes worden bezocht door beide en je voelt je er op je gemak en veilig. Het is niet voor niets dat we hier min of meer tot eind mei zijn gebleven! Een aantal dagen later zijn we naar de andere kant van het eiland gelopen. De Zuid-Westkant. Daar is het, ondanks dat het een klein eiland is, toch wel een stukje anders. Het is wat hoger en wat dichter begroeid. En er worden daar ook geiten gehouden. Die drinken uit een redelijk kleine plas, water is erg schaars op Carriacou dus er moet zuinig mee worden omgesprongen.
Op één van de vele avondjes uit hebben we bij Tantee Mavis aangeschoven, Zij is een lokale bekendheid als het om een overheerlijke en betaalbare Lobster (Kreeft) maaltijd gaat.
Na het heerlijke diner bij Tantee Mavis zijn we nog even naar een tentje gegaan waar ik al meezingend met de muziek een biertje bestelde voor ons en onze vrienden van de Bonnie.
Dit werd opgemerkt door één van leden van een lokale band die daar speelde en ik moest van hun maar gaan zingen, zij zorgen wel voor de versterking en de begeleiding. Omdat ik wel zing, maar vrijwel geen enkel nummer volledig uit mijn hoofd ken hebben we er maar een improvisatie-jam sessie van gemaakt, dit tot groot vermaak van de aanwezigen. Dit geeft maar weer eens aan hoe toegankelijk (en muziektechnisch ook hoe tolerant) de lokale bevolking is. Het klonk natuurlijk nergens naar, maar we hebben wel lol gehad met z’n allen.
Het is inmiddels maart geworden en we besluiten om weer eens een stukje Carriacou te gaan verkennen. Ditmaal is de sanctuary Petit Carenage bij Windward aan de beurt. We nemen een busje naar Hillsborough en van daaruit weer een ander busje dat ons zo’n beetje naar het meest Noord-Oostelijk puntje van Carriacou brengt. Windward.. Toen we uitstapten was het net of we … nou ja.. nergens waren uitgekomen. Is this the place to be? vroegen we aan de bus driver. Yes this is the sanctuary Petit Carenage was het antwoord. Okay, dan stappen we maar uit. De man pakte uit de bus, tussen de passagiersstoelen, een spiksplinternieuwe schep, reed een klein stukje verder en legde deze bij een (voor ons gevoel) willekeurig huisje neer, keerde zijn bus en ging weer terug waar hij vandaan was gekomen.
Het grappige aan deze busjes is dat zij ook spullen vervoeren. Voor een klein prijsje bezorgen ze dus ook aan huis. En wat ook met regelmaat gebeurde is dat ze van de “normale”route afweken om mensen op te halen of af te zetten. Iets wat in onze Hollandsche .. zeg maar gerust westerse, cultuur onmogelijk is. Hier is het de normaalste zaak van de wereld. “Petit Carenage” en de bijbehorende Sanctuary, ofwel een beschermd natuurgebied schijnt dé plek op Carriacou te zijn waar zeeschildpadden hun eieren komen leggen. Het is nu helaas de tijd nog niet, dit gebeurt meestal in mei. Niet alleen vogels dus ! Maar eerst even het uitzicht bewonderd. Op de volgende foto zie je in de verte Union Island liggen, zo dichtbij, maar toch zó onbereikbaar. Vóór de Covid perikelen kon je daar gewoon naartoe zeilen, inklaren en je kon dan de gehele SVG (Eilandengroep en tevens land St. Vincent and the Grenadines) waartoe ook Union Island behoort naar het Noorden bezeilen, dit is dus nu niet meer mogelijk, je moet eerst naar St. Vincent (helemaal Noord) om in te klaren met een quarantaineperiode en alle overige restricties van dien.
Veels te veel gedoe, dus hier moesten we helaas passen.
Op de volgende foto zie je in de verte aan de linkerkant een klein eiland welke ook tot SVG behoort (dus verboden gebied voor ons) en aan de rechterkant een wat groter eiland genaamd Petit Martinique. In een eerder bericht al eens genoemd. Dit eiland mogen we dus wél bezoeken.
Maar eerst hier de boel maar eens verkennen! We hadden een stukje terug al een bordje gezien en dat was de plek waar we naartoe wilden. Petit Carenage sanctuary.
En inderdaad, dit was de ingang naar het strand en het mangrovegebied. Het pad was duidelijk te volgen. Een pad van Conch schelpen ( ofwel een reuzenzeeslak, ook wel koninginneschelp genoemd)
deze schelpen worden in Europa als zeldzaam en waardevol aangemerkt. Hier struikel je er letterlijk en figuurlijk over als je buiten de gebaande paden gaat. Het zijn overblijfsen van de slak zelf die hier volop gegeten wordt. Het gerecht heet “Lambie”
Wél op blijven passen voor overstekende geiten natuurlijk!
Eenmaal bij het strand aangekomen zien we weer een vreselijk mooi huzarenstukje, gecreëerd door niemand anders dan ons aller moeder natuur!
We besluiten om op dit idyllische plekje over onze (reis)plannen na te gaan denken.
Na een poosje gemijmerd te hebben besluiten we deze, volgens goede zeilerstraditie, in het zand te schrijven. Het is overduidelijk, meestal worden plannen bij laag water in het zand geschreven. In dit “Covid” tijdperk valt er weinig tot niets met zekerheid te plannen. Al bij de eerste golf water zijn de plannen door de zee meegenomen om in duizenden nieuwe hoedanigheden onherkenbaar en buiten ons bereik opnieuw te verschijnen.
We lopen wat verder, komen bij de uitkijktoren uit en klimmen naar boven om nog eens extra te genieten van het mooie uitzicht. In een drietal hoeken staan borden met daarop de dieren die je hier boven water aan kunt treffen .
Het vierde bord is een overzicht van de positie van het natuurgebied ten opzichte van de omringende eilanden.
We lopen via de paden weer terug naar de weg waar we vandaan kwamen en vervolgen onze weg terug. We komen aan bij het dorpje Windward waar we eerder dwars doorheen zijn gereden.
Dit dorpje is bekend vanwege de eeuwenoude traditie van bootbouwen. Dit is normaalgesproken ook wel een redelijk toeristische attractie maar, het moge duidelijk zijn, ook dit ligt nu volledig op zijn gat. De enige boot die we in aanbouw gezien hebben was een stuk verder terug en niet in het dorpje.
Waar we wel op hoopten was dat we ergens wat eten konden scoren. Na wat rondvragen hier en daar bleek dat er eigenlijk alleen hoop was op een Pizza, maar helaas was die op deze dag ook gesloten. Nou, verder lopen dan maar. Intussen uiteraard wel wat plaatjes geschoten.
Net buiten het dorpje vonden we deze Watertaxi / annex snorkel en duikersboot. Deze leek ook bij gebrek aan toeristen al veels te lang op het droge te staan. De lokale bevolking heeft het er niet makkelijker door gekregen.
Weer een stukje verderop vonden we de boot in aanbouw die we tijdens de busrit al gespot hadden. Ik heb de bouwer/eigenaar/visser even gesproken en hij vertelde me vol trots over zijn project. Waar de motor komt en waarom, en waar de vis opgeslagen wordt. Dit wordt, voor lokale begrippen, een serieuze vissersboot en over het concept is goed nagedacht.
We lopen een stuk verder terug richting de doorgaande weg waar we hopen weer een busje op te kunnen pikken en komen bij een driesprong uit waar we, volgens de mensen van de kleine vismarkt die daar ook vlakbij was, een klein restaurantje konden vinden dat wél open zou moeten zijn. Nou, deze was open hoor. En zoals het hoort bestellen we iets “locals”. De naam van het gerecht ben ik kwijt, en dat is niet voor niets. Als het heel erg lekker was hadden we het misschien wel onthouden. Voedzaam was het in ieder geval wel. Het viel als een blok beton in de maag. Gelukkig konden we het wegspoelen met een local drink. Een flesje met een mierzoete vloeistof.
Na de lunch liepen we een tussenwegje in om daarna bij de hoofdweg aan te komen. We hadden echter een gelukje, er kwam ons een busje tegemoet en deze ging naar Hillsborough alwaar wij weer over konden stappen richting Tyrrel bay. Dat laatste busje werd werkelijk hélemaal volgestampt. We hadden blijkbaar het geluk dat de scholen net uit waren en deze kinderen moeten natuurlijk ook weer naar huis. Op enig moment zaten we met 26 mensen in het busje van het formaat “gemiddeld Toyotabusje”. De kinderen van alle leeftijden zaten met z’n vijven naast en op elkaar. Niemand deed er moeilijk over. Net zo min als over mondkapjes.
Eenmaal terug op Argo kregen we als kers op de taart ook nog eens zo’n adembenemende zonsondergang voor onze kiezen.
Ja. . . het leven is goe op op Carriacou.
En hoe dat leven voor ons op Carriacou verder gaat vertellen we graag in ons volgende bericht.
Lida 30 oktober 2021
Wat kun jij boeiend schrijven Ronald….heel leuk met de foto’s erbij
Cilia en Ton 22 september 2021
Fantastische verhalen, mooi om te lezen. Wens jullie nog meer mooie plekjes om over te schrijven. Groetjes Ton en Cilia.
Frank Klomp 7 augustus 2021
Leuk om te lezen, had beloofd dit bericht al eerder te lezen, helaas niet aan toegekomen. Maar nu met het voordeel dat ik er nog een kan lezen! Veel plezier!!
Michel 5 augustus 2021
Het is telkens weer genieten van jullie verslagen en prachtige foto’s.
Dank jullie wel dat ik dit met jullie mag en kan delen. Chapeau hoor! 😉
K.C. Bulsing 29 juli 2021
Jouw/jullie verslagen en afbeeldingen zijn mooier en boeiender
dan die reisverslagen op TV. Wij genieten er van en kijken weer met belangstelling uit naar de de volgende editie.
groetjes Koen en Tilly
Ans v Doorn 28 juli 2021
Wat is de wereld toch mooi , geweldig dat wij mee mogen genieten , fijne reis en genieten. Groetjes vanuit nat Ijsselstein.
Dankjewel weer voor je trouwe berichtje. Ja de wereld is mooi, maar IJsselstein ook, ondanks af en toe een regenbuitje. We gaan nog even door met genieten.
Groetjes terug vanaf de Argo.
John 27 juli 2021
Bedankt voor de geweldige update, mooie plekjes hoor.
Nog veel plezier aan de andere kant van de wereld.
Graag gedaan, leuk dat jullie het leuk vinden.
Veel plezier ook aan jullie kant van de wereld. 🙂
Claartje 27 juli 2021
Hartstikke leuk geschreven Ronald! Boeiend! En met een glimlach uitgelezen! Groetjes uit bloedheet Hongarije!!
Dank voor het compliment, en je supersnelle reactie Claartje!
Groetjes terug uit lekker warm Curacao. (ca 32 grdn).
Oeps, nu verklap ik weer teveel.